Belastingzaken efficiënt geregeld

Belasting betalen hoort erbij, maar niemand wil meer betalen dan nodig is. Het is daarom belangrijk om goed voorbereid te zijn en optimaal gebruik te maken van alle fiscale mogelijkheden.

Bij Administratiekantoor Verwijs krijgt u deskundig advies en een persoonlijke aanpak. Ons doel is om uw belastingzaken eenvoudiger te maken en u te ontzorgen, zodat u zich kunt richten op wat voor u belangrijk is.

Een goed belastingadvies gaat vaak samen met een slimme financiële planning. Het biedt duidelijkheid over hoeveel belasting u moet betalen en wanneer, en of er wellicht ruimte is voor belastingvoordelen.

Wij hebben uitgebreide ervaring met uiteenlopende belastingsoorten, zoals inkomsten-, loon-, vennootschaps- en dividendbelasting. Daarnaast hebben we de expertise om u te ondersteunen bij complexe BTW-vraagstukken en oplossingen te bieden die aansluiten bij uw situatie.


Onze Diensten

Belastingadvies

Niemand wordt enthousiast van belastingen, maar met deskundige begeleiding zorg je ervoor dat je nooit meer betaalt dan nodig is. Bovendien helpt het om inzicht te krijgen in wat je kunt verwachten, zodat je goed voorbereid bent.

Boekhouding

Een solide boekhouding is de ruggengraat van je onderneming. Met een goed georganiseerde administratie behoud je overzicht, blijf je compliant en creëer je een sterke basis voor zakelijke groei. Een investering die zich altijd terugbetaalt.

Salarisadministratie

De salarisadministratie brengt een hoop verplichtingen met zich mee. Het beheren van lonen, premies en vergoedingen vereist nauwkeurigheid en kennis van regelgeving. Wij nemen dit werk graag van je over, zodat jij je kunt focussen op het runnen van je bedrijf.

 

Pensioen

Een goed pensioen opbouwen lijkt misschien iets voor later, maar juist nu kun je de basis leggen voor financiële zekerheid. Wij helpen je om op een slimme en efficiënte manier te plannen voor je toekomst.

 

Financiële planning

Een effectieve financiële planning biedt houvast in een onvoorspelbare wereld. Of het nu gaat om doelen op korte of lange termijn, wij stellen samen met jou een flexibel en haalbaar plan op dat zich aanpast aan jouw wensen en omstandigheden.


Nieuwsbrief: Belastingwijzigingen en Financiële Tips

Voor studenten en huishoudens met een lager inkomen zijn er positieve ontwikkelingen: de basisbeurs is teruggekeerd, en lagere inkomens profiteren van koopkrachtmaatregelen. Daarnaast worden heffingskortingen voor ouderen met 10% verhoogd. Aan de andere kant dragen ondernemers en mensen met een hoger inkomen meer bij aan de staatskas.

In deze nieuwsbrief bespreken we diverse onderwerpen, zoals de aftrek van zorgkosten, de vernieuwde studiebeurs, en de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM). Ook kijken we naar belastingrente en hoe je deze kosten kunt minimaliseren.

 Belastingrente vermijden: tips en aandachtspunten

De stijgende rente heeft impact op belastingheffingen. Als je te laat aangifte doet of uitstel aanvraagt, kan de belastingrente oplopen tot 6% vanaf 1 juli na het belastingjaar. Voor belastingjaar 2023 start deze rente vanaf 1 juli 2024. Bij ingewikkelde aangiften of grote bijbetalingen kan dit flink aantikken.

Een slimme manier om dit te voorkomen is door vooraf een voorlopige aanslag aan te vragen. Hiermee betaal je sneller en vermijd je extra rente. Vooral bij vennootschapsbelasting, waar de rente 8% bedraagt, kan dit aanzienlijk schelen.

Box 3: veranderingen in belasting op spaargeld

Heb je meer dan € 57.000 vermogen (€ 114.000 voor fiscale partners), dan betaal je belasting in box 3. Voor spaargeld wordt het rendement bepaald op basis van actuele rentes, terwijl ander vermogen, zoals beleggingen of een tweede woning, belast wordt tegen een hoger fictief rendement (momenteel 6,17%).

Door de hogere spaarrente wordt het rendement op spaargeld voor belastingjaar 2023 waarschijnlijk vastgesteld op 0,8%. Hoewel het belastingtarief van 34% over 0,8% nog relatief laag is, ligt dit beduidend hoger dan in 2021 en 2022, toen de spaarrente vrijwel nihil was. Het is verstandig om hierop voorbereid te zijn, zeker omdat voorlopige aanslagen voor 2023 mogelijk nog niet met de nieuwe rendementen rekening hielden.

Zorgkosten aftrekken: wat zijn de mogelijkheden?

Hoewel veel aftrekposten in de loop der jaren zijn verdwenen of beperkt, zoals de studiekostenaftrek en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, biedt de aftrek van zorgkosten nog steeds kansen. De regels zijn wel strenger geworden: kosten voor brillen, lenzen of ziektekostenpremies zijn niet meer aftrekbaar. Toch kunnen bepaalde uitgaven, afhankelijk van je inkomen, nog steeds in aanmerking komen.

Drempelbedragen en inkomensgrenzen

Om zorgkosten af te trekken, moet je eerst een drempelbedrag overschrijden. In 2023 ligt dit bedrag op 1,65% van het belastbaar inkomen tot € 45.965. Voor inkomens boven dit bedrag geldt een hogere drempel van 5,75%. Bij fiscale partners wordt het gezamenlijke inkomen gebruikt. Hierdoor is de aftrek vooral gunstig voor huishoudens met een lager inkomen.

Welke zorgkosten tellen mee?

Aftrekbare kosten zijn onder andere:

- Uitgaven voor medicijnen en medische hulpmiddelen.

- Tandheelkundige behandelingen.

- Kosten voor vervoer, zoals taxi, OV, of kilometers met eigen vervoer.

- Voorgeschreven diëten.

- Extra uitgaven voor kleding en beddengoed bij chronische aandoeningen.

Let op: kosten die vallen onder het verplichte eigen risico van de zorgverzekering (€ 385) zijn niet aftrekbaar.

Extra aftrek voor lage inkomens en senioren

Bepaalde uitgaven, zoals medicijnen en hulpmiddelen, mogen met een toeslag worden afgetrokken. Mensen met een inkomen in de eerste belastingschijf (tot € 37.149 in 2023) mogen 40% extra aftrekken. Voor AOW-gerechtigden is deze toeslag zelfs 113%, omdat zij profiteren van lagere belastingtarieven en daardoor minder fiscaal voordeel hebben.

Praktische tips

Om optimaal gebruik te maken van de zorgkostenaftrek is het handig om hoge kosten in één jaar te concentreren. Bijvoorbeeld, als je grote medische behandelingen of investeringen in hulpmiddelen plant, kan het voordelig zijn om deze in hetzelfde belastingjaar te laten vallen.

Wijzigingen in de Belastingheffing op Inkomsten uit een BV in Box 2

Ondernemers die via een BV werken, betalen vennootschapsbelasting over de winst van hun bedrijf, en daarnaast wordt er inkomstenbelasting in box 2 geheven over de uitbetaalde winsten. Tot 2023 geldt hiervoor één belastingtarief van 26,9%, maar vanaf 2024 worden de tarieven opgesplitst. De belastingtarief voor de eerste € 67.000 wordt 24,5%, terwijl over het bedrag daarboven een belastingtarief van 33% wordt geheven. Dit biedt de mogelijkheid voor ondernemers om, door middel van een strategische dividenduitkering in 2023, te profiteren van het lagere belastingtarief van 26,9%.

De vennootschapsbelasting blijft in 2024 ongewijzigd, met een tarief van 19% over de eerste € 200.000 winst. Winst boven dit bedrag wordt belast tegen 25,8%. Hierdoor kan de gecombineerde belastingdruk op BV-inkomsten, die zowel de vennootschapsbelasting als de box 2-belasting omvat, variëren van ongeveer 39% tot meer dan 50%, afhankelijk van het totaalbedrag van de winstuitkeringen. Dit maakt het voor ondernemers belangrijk om nauwkeurig te plannen om belastingdruk te minimaliseren.

Prinsjesdag Plannen

Het belastingplan voor 2024 bevat een combinatie van zowel voordelen als lastenverzwaringen. Voor mensen met lagere inkomens worden er maatregelen getroffen via heffingskortingen en toeslagen. De maximale algemene heffingskorting wordt verhoogd met 304 euro, waardoor deze uitkomt op € 3.374. De arbeidskorting neemt met 501 euro toe, wat het totaal op € 5.553 brengt. Ook de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor ouders met kinderen onder de 12 jaar stijgt met 267 euro naar € 2.961. Deze heffingskortingen worden direct van de belastingafdracht afgetrokken, waardoor belastingbetalers met meerdere kortingen een aanzienlijk lagere belastingdruk kunnen ervaren. Bovendien stijgt de belastingvrije kilometervergoeding van 21 cent in 2023 naar 23 cent in 2024, wat voordelig is voor degenen die zakelijke ritten maken.

Een deel van de benodigde belastinginkomsten wordt gerealiseerd door de verhoging van het bedrag waarboven het hoogste belastingtarief van 49,5% van toepassing is, te beperken. Vanaf 2024 komt de grens voor dit hoogste tarief op € 75.624 te liggen, wat nog steeds 2.593 euro meer is dan het bedrag in 2023.

Voor mensen met vermogen worden de belastingheffingen in box 3 minder gunstig. De vrijstelling van € 57.000 per persoon wordt niet geïndexeerd, en het belastingtarief voor box 3 stijgt van 32% naar 34%. De belasting over het ‘spaardeel’ in box 3 zal hierdoor ook hoger zijn, aangezien de gestegen rente het forfaitaire rendement op spaargeld in 2023 aanzienlijk zal verhogen ten opzichte van de 0,0% van 2022.

De accijns op alcohol wordt met 16,2% verhoogd, wat betekent dat de prijzen van alcoholische dranken zullen stijgen. Ook de belastingvoordelen voor ondernemers worden beperkt: de MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% naar 12,7%, en de zelfstandigenaftrek daalt van € 5.030 in 2023 naar € 3.750 in 2024. De fiscale voordelen voor zelfstandigen nemen dus af, terwijl de accijnzen op alcohol en tabak verder stijgen. Zo zal een pakje shag van 50 gram naar verwachting € 24,14 gaan kosten.

De belasting op energie zal gemengd uitvallen: het tarief voor stroom daalt met bijna 14%, terwijl het gastarief met zo’n 19% stijgt. Dit komt door het invoeren van een apart schijventarief voor gas tot 1.000 m3, wat in de toekomst kan leiden tot extra belasting voor grotere gebruikers van gas.

Ten slotte wordt de betalingskorting voor het betalen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting vóór 1 maart afgeschaft. Dit houdt in dat meer belastingbetalers ervoor kunnen kiezen om hun belastingaanslag gespreid te betalen, en mogelijk rente ontvangen op hun spaargeld.

Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM)

De Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) is een belasting die vaak ongemerkt wordt betaald, maar die bij bepaalde situaties kan leiden tot extra kosten voor autobezitters. Deze belasting is al verwerkt in de koopprijs van een voertuig, aangezien de importeur de BPM al betaalt bij de invoer van de auto of motor in Nederland. Jaarlijks draagt de BPM zo’n 2 miljard euro bij aan de staatskas, wat ongeveer 0,5% van de totale belastinginkomsten uitmaakt, vergelijkbaar met de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Toch is het goed om te weten wanneer je zelf met BPM in aanraking kunt komen. Als je bijvoorbeeld een tweedehands auto uit het buitenland importeert, ben je verplicht om BPM aan te geven bij de Belastingdienst, nadat de auto door de RDW is gekeurd. Ook het rijden met een voertuig met buitenlands kenteken kan BPM-heffingen met zich meebrengen. Als je met een buitenlands kenteken naar Nederland komt na pech in het buitenland, kan het noodzakelijk zijn om een vrijstelling voor kort gebruik aan te vragen. Verder geldt dat het ombouwen van een bestelauto naar een personenauto ook kan leiden tot BPM-heffing, aangezien de wet specifieke eisen stelt aan de laadruimte van bestelauto’s.

Ondernemers kunnen momenteel nog gebruik maken van een BPM-vrijstelling bij de aanschaf van een bestelauto, maar deze regeling vervalt per 2025. Dit betekent dat de aanschaf van een bestelauto in de toekomst duurder zal worden, en het is verstandig om hier nu al op in te spelen. Als ondernemer dien je er ook rekening mee te houden dat wanneer je een bestelauto binnen vijf jaar na de eerste toelating verkoopt aan een particulier, er alsnog BPM verschuldigd kan zijn. Daarnaast kunnen boetes van 100% worden opgelegd voor het niet naleven van de BPM-regels, bijvoorbeeld bij het rijden met een buitenlands kenteken zonder geldige reden. In dergelijke gevallen kunnen de kosten snel oplopen.

Koopkracht voor Studenten

Vanaf dit studiejaar kunnen studenten opnieuw rekenen op een basisbeurs. Voor studenten die thuis wonen en studeren aan het HBO of de universiteit is de basisbeurs € 110,30 per maand. Voor uitwonende studenten bedraagt dit bedrag, inclusief tijdelijke verhoging, € 493,20 per maand. Ook het studentenreisproduct (OV-kaart met beperkingen) blijft behouden. Afhankelijk van het inkomen van de ouders kunnen studenten recht hebben op een aanvullende beurs die kan oplopen tot € 416, mits het inkomen van de ouders onder de € 35.226 blijft. Daarnaast kunnen studenten gebruik maken van een rentedragende lening van € 216,97 per maand en is er een collegegeldkrediet beschikbaar. Voor MBO-studenten zijn de bedragen lager.

Veel studenten combineren hun studie met een bijbaan. De beurs telt namelijk niet mee voor het belastbaar inkomen, waardoor over het extra inkomen vaak geen belasting hoeft te worden betaald. Dankzij de algemene- en arbeidskorting blijft de belastingdruk doorgaans lager dan het inkomen. Hierdoor kunnen studenten tot ongeveer € 9.000 belastingvrij bijverdienen. Als er toch loonbelasting wordt ingehouden, kunnen studenten dit vaak terugkrijgen via de aangifte inkomstenbelasting. Belangrijk is dat studenten onbeperkt mogen bijverdienen zonder hun recht op de beurs te verliezen. Voor studenten die vanwege medische redenen niet kunnen bijverdienen, is er de mogelijkheid om een studietoeslag aan te vragen via de gemeente, die voor een 21-jarige € 334,34 per maand bedraagt. Studenten hebben daarnaast recht op zorgtoeslag, die momenteel maximaal € 154 per maand is, en veel studenten komen hiervoor in aanmerking. Bovendien kunnen studenten die in een huurwoning wonen recht hebben op huurtoeslag, wat de woonlasten aanzienlijk kan verlagen.